Stopcontacten & bekabeling
Alle elektriciteitscentrales worden met kabels verbonden aan het transportnet. Vanaf het transportnet worden de kabels verbonden met verdeelstations. Vanaf hier gaan de kabels via de grond naar transformatorhuisjes in woonwijken. Vanuit deze huisjes komt de stroom uiteindelijk in uw meterkast, waar de kabel wordt gesplitst zodat deze kan worden verbonden met alle stopcontacten en schakelaars. De bekabeling loopt meestal door de vloer van de eerste verdieping of zolder en door de wanden van een woning.Op een geaard stopcontact, zijn in principe drie draden aangesloten van verschillende kleuren. Elke kleur heeft een andere functie:
• Bruin: de fasedraad/spanningsdraad. Wanneer een groep is ingeschakeld loopt er spanning van de meterkast naar het stopcontact
• Blauw: de nuldraad. Deze dient voor de afvoer van stroom.
• Groen-geel: de aarddraad. De aarddraad voert de spanning af bij bijvoorbeeld kortsluiting, om gevaarlijke situaties te voorkomen.
Een schakel- of lampdraad is te herkennen aan een zwarte kleur. De schakeldraad is een verlengde van de fasedraad.